HAARLEM - De gemeente Haarlem mag voorlopig niet doorgaan met de uitvoering van de Nota Uitwerking Parkeerregulering. Dat oordeelt de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland.


Parkeerregulering

De gemeente Haarlem wil in heel Haarlem parkeerregulering mogelijk te maken, onder meer door het invoeren van betaald parkeren. De gemeente heeft dit voornemen vastgelegd in de Nota Uitwerking Parkeerregulering. Hierin staat ook dat bewoners van Haarlem voortaan geen inspraak meer hebben bij de vraag of er parkeerregulering moet worden ingevoerd in hun wijk: bij een parkeerdruk van 85% of hoger wordt parkeerregulering door de gemeente ingevoerd, zo staat in de Nota. Bewoners van Haarlem zijn het hier niet mee eens en willen over deze Nota een raadgevend referendum onder de bewoners houden.

Het referendum

De bewoners hebben bij de gemeente Haarlem een verzoek ingediend om een raadgevend referendum te houden. Dit verzoek heeft de gemeente op 30 maart 2023 afgewezen. Tegen deze afwijzing hebben de bewoners bezwaar gemaakt. Op het bezwaar van de bewoners heeft de gemeente nog niet beslist. Om te voorkomen dat de mogelijkheid van het houden van een referendum verloren gaat of geen nut meer heeft, hebben de bewoners de rechtbank verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Oordeel rechtbank

De voorzieningenrechter oordeelt dat het houden van een referendum het meest zinvol is als nog niet alle besluitvorming over parkeerregulering in Haarlem heeft plaatsgevonden. De gemeente is al bezig met de planning van de invoering van het betaald parkeren en met de herinrichting van bepaalde wijken. Omdat de gemeente niet bereid is te wachten met de planning en de herinrichting tot er een beslissing is genomen op het bezwaar van de bewoners, is er volgens de voorzieningenrechter voldoende spoedeisend belang om inhoudelijk naar de zaak te kijken.

Het bezwaar dat de omwonenden hebben gemaakt tegen de afwijzing van het inleidend referendumverzoek heeft volgens de voorzieningenrechter een redelijke kans van slagen, omdat de argumenten voor afwijzing van het referendum niet in stand kunnen blijven.

De voorzieningenrechter meent ook dat het belang van de bewoners om via een raadgevend referendum invloed uit te oefenen op de Nota zwaarder weegt dan het belang van de gemeente om de parkeersituatie gelijk aan te pakken. De gemeente heeft namelijk niet onderbouwd dat het noodzakelijk is dat de parkeerproblematiek onmiddellijk wordt aangepakt. Daarom wijst de voorzieningenrechter het verzoek van de bewoners toe. De voorzieningenrechter bepaalt dat de gemeente Haarlem pas door mag gaan het uitvoeren van de Nota, nadat op het bezwaar van de bewoners tegen de afwijzing van het referendum is beslist.

Dat betekent (onder andere) dat de gemeente Haarlem op dit moment niet verder mag gaan met het plannen van de invoering van het betaald parkeren en de herinrichting van de wijken.