HAARLEM - Een 45-jarige man uit Haarlem hoorde op dinsdag 19 januari een gevangenisstraf van 20 jaar tegen zich eisen. Hij wordt ervan verdacht op 11 september 2019 zijn zwangere vrouw om het leven te hebben gebracht en vervolgens een explosie te hebben veroorzaakt in hun flatwoning aan de Rudolf Steinerstraat in Haarlem. Het slachtoffer laat drie kinderen na.

Explosie in een woning in Haarlem
De politie kreeg die bewuste dag in september om 22.51 uur de melding dat er een explosie had plaatsgevonden in een flatgebouw. Ter plaatse bleek de hele voorgevel van de woning weg en op het parkeerterrein voor het flatgebouw te liggen. Tijdens het blussen van de brand werd in de woning het lichaam van de echtgenote van de verdachte gevonden. De vrouw bleek 31 weken in verwachting te zijn. Door haar overlijden had het kindje in haar buik geen schijn van kans. De verdachte meldde zichzelf drie uur na de explosie bij de politie met de woorden: ‘Daar woont mijn vrouw, er was opeens een explosie’. In de auto waarin hij reed, lagen de drie kinderen van het echtpaar te slapen.

Onderzoek
Er volgde een grootschalig onderzoek naar wat er zich die dag in de woning had afgespeeld en wat er aan de ontploffing vooraf was gegaan. De verdachte zelf wil hier tot op de dag van vandaag niks over verklaren. Hij verklaart onschuldig te zijn en wijst naar het slachtoffer zelf, zij zou zelfmoord hebben gepleegd door het huis in brand te steken. Onderzoek wijst uit dat dat niet kan, zij was al overleden voordat de brand uitbrak.

Forensisch onderzoek was lastig door de gevolgen van de brand in de woning. De kamer waarin het slachtoffer werd aangetroffen en haar lichaam waren dusdanig aangetast dat nader onderzoek nauwelijks mogelijk was. Toch is het OM van oordeel dat er voldoende bewijs voor handen is om de twee feiten die de verdachte ten laste worden gelegd (brandstichting en dubbele doodslag) hard te maken.

Verdachte
De verdachte werd vlak nadat hij zichzelf had gemeld aangehouden. Hij rook sterk naar brand en had brandgaten in zijn jas en broek. Ook had hij brandwonden. Aan de auto van de verdachte werd onderzoek verricht. Met speciale apparatuur werd de aanwezigheid van een brandbare stof (benzine) gemeten in vloerdelen van de auto, wat ook kan worden bevestigd na nader onderzoek van NFI. De conclusie is dat in de auto van verdachte benzine is vervoerd, die gebruikt is bij de explosie. Verder blijkt uit het onderzoek dat de man kort voor de explosie benzine heeft getankt. Op camerabeelden is te zien dat hij de tankslang door een open achterruit steekt. Precies op de plek waar de apparatuur later benzine heeft gemeten. Ook blijkt dat de verdachte dichtbij de woning was toen de explosie plaatsvond.

Onderzoek naar wat er die dag gebeurde
Uit onderzoek blijkt dat verdachte en het slachtoffer op de bewuste dag meerdere keren telefonisch contact hadden met elkaar. Uit verschillende gegevens blijkt dat zowel verdachte als slachtoffer op 11 september gedurende de dag meermalen tegelijkertijd in de woning waren. Om 22.51 uur vertrok de auto van de verdachte. Het slachtoffer verscheen om 14.00 uur niet op haar afspraak bij de tandarts en met haar telefoons werd niet meer gebeld. De verdachte wil geen inzage geven in zijn telefoon en weigert de toegangscode te geven. De telefoons van het slachtoffer zijn nooit gevonden. Uit getuigenverklaringen blijkt dat de man en vrouw die dag in de woning ruzie hadden.

Vast is komen te staan dat de vrouw door geweld op haar hals om het leven is gekomen. Daarnaast had zij een forse verwonding op haar achterhoofd. Aan haar been is een metalen draad met knoop aangetroffen, wat erop wijst dat zij mogelijk is vastgebonden. Dat zij zelfmoord heeft gepleegd, is naar oordeel van het OM niet aannemelijk. De vrouw stond nog middenin het leven, was blij met haar zwangerschap en volgde een studie. Uit het onderzoek is gebleken dat er relatieproblemen waren en dat het slachtoffer wilde scheiden. Verdachte wilde dit niet. De verdachte weigerde mee te werken aan een persoonlijkheidsonderzoek, waardoor er niet kon worden vastgesteld of hij een stoornis heeft. Hij wordt daarom voor toerekeningsvatbaar gehouden.

Ernst van de feiten
Verdachte heeft van het slachtoffer haar meest kostbare bezit, haar leven ontnomen. Ook het leven van het kindje dat zij droeg, heeft hij daarmee vroegtijdig beëindigd. Nabestaanden, waaronder haar drie jonge kinderen, moeten verder leven met dit grote verlies. Met het veroorzaken van de explosie en de brand heeft de verdachte ook veel andere flatbewoners in gevaar gebracht: er waren veel mensen, waaronder kinderen aanwezig. Een groot deel van het flatgebouw en de woningen daarin raakten flink beschadigd. De verdachte heeft geen enkel inzicht willen geven wat er die dag is gebeurd. Hij toont geen spijt, maar legt de schuld neer bij het slachtoffer. Dat rekent het OM hem aan. Alles bij elkaar afgewogen komt het OM uit op een strafeis van 20 jaar, de hoogste straf die geëist kan worden tegen de verdachte.