HAARLEM - De rechtbank Noord-Holland heeft de 34-jarige man M. uit Haarlem veroordeeld voor het doodschieten van een destijds 31-jarige man, op 8 maart 2020 in Haarlem. Zijn lichaam werd op 7 april 2020 aangetroffen in een meer in Haarlem, de Mooie Nel. M. wordt ook veroordeeld voor het wegmaken van het lichaam, het voorhanden hebben van harddrugs en een automatisch vuurwapen. De rechtbank legt hem voor alle feiten 13 jaar gevangenisstraf op.

De medeverdachte S., een eveneens 34-jarige man uit Haarlem, is vrijgesproken van moord/doodslag op het slachtoffer. Hij is tot een gevangenisstraf van 18 maanden veroordeeld voor het samen met M. wegmaken van het lichaam (medeplegen). De officier van justitie had een gevangenisstraf van één jaar geëist.

Het incident
Het slachtoffer woonde in een loods van M. Die avond was S. bij hem in de loods omdat het slachtoffer geld wilde van M. Toen de spanningen opliepen, heeft S. M. laten komen. M. heeft eerst een wapen opgehaald en dit vervolgens doorgeladen meegenomen. In plaats van de boel te sussen, is de situatie tussen M. en het slachtoffer uit de hand gelopen. M. heeft op het moment dat het slachtoffer op hem af kwam lopen, hem één keer in de borst geschoten, waardoor het slachtoffer is overleden.

Zelfverdediging?
M. heeft aangevoerd dat hij niet anders kon. Hij moest zichzelf verdedigen tegen het slachtoffer en handelde dus uit noodweer.

Hoewel M. zich, volgens de rechtbank, mocht verdedigen tegen die aanval heeft hij door op dat moment direct en op korte afstand te schieten in het bovenlichaam van het slachtoffer, buitenproportioneel gereageerd. Hij had zich op andere manieren kunnen onttrekken aan de dreigende situatie door in de lucht of op de grond een waarschuwingsschot te lossen. De aanval had hij fysiek kunnen afwenden met behulp van S., zoals eerder ook al eens succesvol was gebeurd. Dat deze reactie het gevolg was van hevige emoties is evenmin gebleken, aldus de rechtbank. M. kan zich dus niet beroepen op noodweer(exces). Hij is verantwoordelijk en dus strafbaar voor wat hij heeft gedaan.

Oordeel van de rechtbank
M. heeft door het slachtoffer het leven te ontnemen aan de nabestaanden onherstelbaar verlies en leed toegebracht. Bovendien hebben beide verdachten er alles aan gedaan om de ontdekking van deze levensberoving te voorkomen. Zij hebben het lichaam van het slachtoffer omwikkeld met camouflagezeil en vervolgens dichtgemaakt met ductape en metaaldraad. Daarna hebben zij het lichaam in een busje vervoerd naar een bootje en verzwaard met stenen in de Mooie Nel te water gelaten. De mannen zijn daarmee op een respectloze wijze omgegaan met het lichaam van het slachtoffer.

Het lichaam is op 7 april 2020, een maand later, gevonden. Pas nadat het politieonderzoek in zijn richting wees, heeft M. openheid gegeven. S. heeft pas op de zitting zijn aandeel bij het wegmaken van het lichaam bekend. Daardoor hebben de nabestaanden langere tijd in onzekerheid verkeerd over het lot van hun dierbare en de omstandigheid waaronder hij is omgebracht. Ook hebben zij niet op een normale manier afscheid van hem kunnen nemen.

M. moet aan de twee kinderen van het slachtoffer schadevergoedingen betalen van 20.000 euro per kind aan affectieschade en de kosten van crematie.