HAARLEM/UITHOORN - De officier van justitie heeft op dinsdag 7 september in Haarlem zes jaar gevangenisstraf geëist tegen een 26-jarige man uit Uithoorn die ervan wordt verdacht door heel Nederland meerdere straatroven te hebben gepleegd, waarbij hij elke keer een oudere dame als slachtoffer koos en haar beroofde van haar sieraden door deze van haar lichaam te trekken.

De straatroven werden tussen half april en begin juli 2020 door heel het land gepleegd. In totaal werd er 47 keer aangifte gedaan van straatroof waarbij dezelfde werkwijze werd gebruikt: oudere vrouwen werden plotseling benaderd door een man die bij hen sieraden van de hals of pols trok en er daarna snel vandoor ging: lopend, op een scooter of op een fiets. Sommige van de slachtoffers hielden striemen in de hals of op de pols aan de beroving over. Ook kwam het voor dat een slachtoffer viel en medische hulp nodig had.

Volgens de officier van justitie zijn er in totaal zestien zaken waarbij het bewezen kan worden dat de 26-jarige verdachte de straatroof pleegde. Daarnaast wordt hij nog verdacht van twee winkeldiefstallen en een mishandeling.

Bewijs

Ter zitting zette de officier van justitie het bewijs tegen de verdachte uiteen. Op camerabeelden die van verschillende straatroven beschikbaar zijn, is te zien dat het telkens om dezelfde persoon gaat die de straatroven pleegt en ook wordt de verdachte door verschillende personen op de beelden herkend.

Uit de verklaringen van de slachtoffers blijkt dat zij op dezelfde manier beroofd werden en dat het signalement dat zij opgaven van de dader overeenkomt. Dit alles maakt dat er voldoende bewijs is dat de straatroven door dezelfde persoon zijn gepleegd.

Tot slot is er ook een DNA-spoor aangetroffen op de kleding van een slachtoffer dat in de richting van de verdachte wijst.

Mishandeling en winkeldiefstallen
De mishandeling waarvan de man wordt verdacht vond plaats op 28 mei 2020. Een beveiliger van een winkel in Hoofddorp herkende de man als een winkeldief die twee keer eerder in twee andere filialen van de winkel, op 18 maart 2020 in Alphen aan den Rijn en op 17 februari 2020 in Cruquius, had toegeslagen. Bij de eerstgenoemde diefstal werden twee laptops gestolen en bij de tweede elf laptops. Toen hij de man vroeg mee te komen, kreeg hij op enig moment een klap in zijn gezicht. Na de aanhouding van de man werden de twee winkeldiefstallen onderzocht en bleek dat de 26-jarige man hier inderdaad aan te koppelen viel. Op camerabeelden van de winkels is te zien dat dezelfde man met een pruik en een bril op de diefstallen pleegt. Ook toen hij werd aangehouden op 28 mei had hij een pruik bij zich die gelijk is aan de pruik die bij de andere twee diefstallen werd gedragen en ook werd een soortgelijke bril bij hem aangetroffen. Ook zijn er vanaf een IP-adres dat de verdachte gebruikte online laptops te koop aangeboden.

Ernst van de feiten

De officier van justitie noemde ter zitting de ernst van de feiten. Met oog op de straatroven vallen de seriematigheid en de doelgerichtheid van de verdachte op. Hij lijkt de straatroven vooraf goed gepland te hebben, zo blijkt uit een verrekijker die in de buddyseat van zijn scooter werd aangetroffen. Ook gaven slachtoffers aan dat zij het gevoel hadden in de gaten gehouden te worden. De man lijkt bewust kwetsbare ouderen, een gemakkelijke prooi, te hebben uitgekozen.

Hij bekommerde zich na de straatroof niet om de slachtoffers. Eén slachtoffer kwam bij de beroving ten val en werd daarna nog meters over de grond meegesleurd totdat haar ketting brak. Hij keek daarna niet naar haar om, naar geen enkel slachtoffer keek hij om.

De verdachte geeft tot op de dag van vandaag geen inzicht en de verwachting is dat hij niet zal meewerken aan bijzondere voorwaarden. Daarmee komt de officier van justitie uiteindelijk tot het eisen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van de duur van zes jaar en het betalen van schadevergoedingen aan zijn slachtoffers.